Reactie van burgemeester Chevalier
Gebied: BERGSCHENHOEK
Datum: 03 april 2001 23:07 uur
Rubriek: Laatste Nieuws
Burgemeester Chevalier wilde na het gedwongen aftreden van de twee wethouders Offermans en Blijleven niet veel commentaar geven op de inhoud van het rapport van Ringeling en Daemen, waarin de twee wethouders beschuldigd werden van ‘niet integer gedrag’ waardoor ze in een slecht daglicht kwamen te staan. Tijdens het debat op 9 april aanstaande zal het rapport ter discussie staan in een openbare vergadering en dan zal zij zeker het een en ander toelichten. Chevalier vertelde dat door het snel groeien van de gemeente de bestuurlijke organisatie toe was aan een reorganisatie. Zij hadden aan het adviesbureau Twynstra en Gudde opdracht gegeven onderzoek te doen naar de huidige stand van zaken om vervolgens aan de hand van de resultaten ontwikkelingsperspectieven aan te dragen. ‘De resultaten van het onderzoek naar de huidige stand van zaken in de gemeentelijke organisatie heeft alle gelederen een diepe schok bezorgd’, volgens Chevalier. Op advies van de gemeenteraad is toen een adhoc commissie in het leven geroepen, waarin fractievoorzitters van de vier partijen PvdA, ChristenUnie, VVD en CDA. Zij hebben samen met professor Ringeling en dr.Daemen enkele zaken beschreven die een verdere analyse behoefden. In het rapport van de onderzoekers kwam hetzelfde beeld naar voren dat ook al door het adviesbureau was beschreven. In de huidige bestuurlijke organisatie is geen vertrouwen en respect meer aanwezig tussen de ambtenaren en de bestuurders. Op 7 maart werd het rapport in een vertrouwelijke raadsvergadering besproken. Het rapport was tevens aanleiding voor de burgemeester om een gesprek te hebben met de Commissaris van de Koningin. Ze vroeg ons nadrukkelijk te vermelden dat de beide twee wethouders tijdens hun ambtsperiode een grote inzet geleverd hebben en dat zij voor Bergschenhoek veel bereikt hebben. Kijkende naar de toekomst stelde Chevalier dat er in de komende tijd heel veel werk verzet zal moeten worden om de bedrijfscultuur in de bestuurlijke organisatie sterk te verbeteren. Er zal weer een bestuurlijk draagvlak in het leven geroepen moeten worden. Het ambtelijk apparaat, het college en de gemeenteraad zullen weer respect voor elkaar moeten krijgen en het vertrouwen in elkaar moeten herwinnen.